Datavisualisaties in de journalistiek: Hoe fouten ontstaan en opgelost worden

Datavisualisaties zijn in de hedendaagse journalistiek niet meer weg te denken. Je ziet ze online, tijdens het journaal, in de krant en op sociale media. Toch sluipen er nog wel eens wat foutjes in. De Grafiekpolitie, een project dat is opgezet naar aanleiding van onderzoek van de Universiteit Leiden, heeft in het verleden al geregeld wat grafieken gecorrigeerd van verschillende media.

In de projectgroep werken o.a. Ionica Smeets, Peter Burger, Sanne Willems en Winnifred Wijnker samen om dit soort foute grafieken te verbeteren. De ervaring leert dat er voor de journalistieke tak verschillende verbeterpunten zijn aan te stippen, maar ook dat niet alles uit de theorie in de praktijk werkt.

Voor dit onderdeel van de missie kijken we naar de fouten die kunnen voorkomen bij het gebruik van datavisualisaties in de journalistiek. Strijkt de theorie over een goede datavisualisatie met wat er in de praktijk gebeurt? Hoe helpen academici en journalisten elkaar om datavisualisaties in journalistieke producties te verbeteren? En kunnen datavisualisaties die gebruikt worden door journalisten in de kern wel objectief zijn?

Als je niets wil missen, volg ons dan op LinkedIn en YouTube om overal van op de hoogte te blijven.

Hou de komende tijd ook de website in de gaten, want we zijn zeker van plan de komende tijd meer te publiceren over dit onderzoek!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Weet jij hoe jouw favoriete self-help app werkt? 

In de vorige post lichtten we al een tipje van de sluier op over de onduidelijkheid rond gedragsveranderingsapps. Dat zijn apps met als doel jou te helpen je slechte gewoontes te doorbreken, en je kunnen helpen om ‘de beste versie van jezelf’ te worden, zoals vaak ergens in de marketing staat. 

Dit soort gedragsveranderings-apps, vaak ‘self-help apps’ genoemd, worden ontwikkeld als alternatief voor professionele interventies, om op laagdrempelige wijze aan de slag te gaan met allerlei dingen die ‘beter zouden kunnen’. Denk bijvoorbeeld aan regelmatig sporten, gewicht kwijtraken en meditatie. Maar er zijn ook commerciële apps die stellen je te kunnen helpen met het behandelen van PTSS, die cognitieve gedragstherapie aanbieden, of op een andere manier niet als gereedschap, maar als volledige vervanging voor een psycholoog of psychiater fungeren. Ze worden als het ware een op zichzelf staande ‘gedragsveranderingsinterventie’. 

De meeste van dit soort apps berusten zicht op een of meerdere zogenaamde gedragsveranderingstheorie(ën). Om welke dat dan gaat en hoe deze dan worden toegepast is niet altijd duidelijk. En de vraag is of het in het belang is van de app-ontwikkelaar om daar transparant in te zijn.  

Populariteit ≠ Effectiviteit 

Het voornaamste belang van de ontwikkelaar is anders dan dat van de gebruiker. De gebruiker wil vooral vooruitgang in het aspect van hun leven dat ze aan willen pakken zien, terwijl de ontwikkelaar als hoofddoel heeft zo veel mogelijk gebruikers aan zich te binden. Je ziet ook dat ze daar goed in zijn: ze richten de apps eropin om aantrekkelijk te zijn en functies aan te bieden die gebruikers denken nodig te hebben, maar richten zich vaak onvoldoende op functies die gebruikers motiveren om de app langdurig en effectief te blijven gebruiken. 

Dat is opmerkelijk, want een van de belangrijkste maatstaven voor het succes van een app is het eerdergenoemde aantal gebruikers. Daar zit nog wel een haakje aan: het aantal gebruikers wordt in de app stores waarin deze apps beschikbaar zijn namelijk gemeten door te kijken op hoe veel apparaten de app is geïnstalleerd – niet in hoe veel dagelijkse gebruikers ze hebben. Als ze je dus over de streep van het installeren kunnen trekken, dan maakt het de makers vervolgens maar beperkt uit of je de app ook daadwerkelijk gebruikt.  

Dit maakt de maatstaf voor succes van een app wezenlijk anders dan van een medisch hulpmiddel of medicijn. Bij deze producten is de belangrijkste kwaliteitsindicator het percentage gebruikers dat verbetering ziet door het gebruik van het hulpmiddel of medicijn. Het beste medicijn is immers het medicijn dat het beste werkt. En wanneer je door therapie of een arts een hulpmiddel of therapieplan krijgt aangeboden, kan je er van uit gaan dat het doet wat het belooft. Als het voor jou niet aanslaat, dan wordt het behandelplan bijgesteld. Bij apps wordt succes gemeten door het aantal gebruikers, ongeacht of die iets aan de app hebben of niet – en als de app voor jou niet werkt, dan is er geen professional die een andere aanpak suggereert, met als gevolg dat je dan misschien langer blijft hangen in die ene app dan zinnig is. 

Maar om te beweren dat het app-ontwikkelaars niet uitmaakt of jij nu vooruitgang maakt is wat kort door de bocht. Als de app jou heel erg geholpen heeft, ben je natuurlijk meer geneigd om hem ook aan mensen om je heen aan te raden. Maar zo komen we terug op het eerdere punt: als je er van bent overtuigd dat het specifiek die app is die je heeft geholpen, dan is dat voor een app-ontwikkelaar beter dan wanneer je doorgrondt dat het door de psychologie achter de app komt. 

Maar goed… werken ze nou? 

Het enige kloppende antwoord dat je écht kan geven, is ‘soms’. Terwijl de gedragsveranderingstheorieën met de juiste operationalisatie en toepassing een relatief hoge kans op succes hebben, is er geen garantie dat een gebruiker zonder professionele begeleiding ook bij een passende theorie uitkomt. Bij onderzoeken naar gedragsverandering spreken we over tientallen bewezen effectieve technieken, maar hoe weet je als gebruiker dat je de voor jou meest effectieve hebt gevonden?

Daarin zit een groot gevaar: door het wegnemen van de ‘vangrails’ van professionele begeleiding, moet een (mogelijk kwetsbare) gebruiker er vertrouwen in kunnen hebben dat de app-ontwikkelaar het beste met hen voor heeft, en dat de app die zij willen gebruiken, inderdaad de beste oplossing voor hen is. Zo niet, dan is de kans veel hoger dat ze opgeven voor het beoogde resultaat is bereikt. 

Daar komt nog bij dat sommige theorieën moeilijk om te zetten zijn in een app. Sommige theorieën zie je overal. Denk bijvoorbeeld aan het stellen van doelen of de integratie van een sociaal netwerk waarmee gebruikers elkaar aanmoedigen. Maar het is veel moeilijker om middels een app negatieve stimuli te minimaliseren of gebruikers bewust te maken van de gevolgen als zij niet veranderen, terwijl dat wel breed gedragen gedragsveranderingstechnieken zijn. De apps bedienen dus niet alle methodes voor gedragsverandering, en dus niet elke gebruiker. 

Als je kijkt naar de data over langdurig appgebruik, zie je dat meer dan 90% van de mensen die een app installeert die gedragsverandering als doel heeft, al binnen een week stopt met het gebruiken ervan. Je kan er redelijkerwijs van uit gaan dat niet al deze mensen hun vraagstuk binnen een week weten op te lossen. Het lijkt er dus op dat een hoop mensen al in een vroeg stadium afhaken. Daar geven gebruikers meerdere redenen voor, die zeker niet allemaal puur met motivatie te maken hebben. Vaak genoemde redenen zijn dat ze een groot aantal apps installeren en de rest dan verwijderen, de app niet alle features heeft die ze willen, niet interessant genoeg is, of niet gebruiksvriendelijk genoeg. 

Dat niet iedereen doorzet, is onvermijdelijk. Maar je wil die groep wel zo klein mogelijk houden. Daarvoor is een wederzijds vertrouwen nodig. Het vertrouwen vanuit de app-ontwikkelaar, dat gebruikers hun app willen gebruiken als zij een kwalitatief hoogwaardig product afleveren, en het vertrouwen van de gebruikers dat de ontwikkelaar het beste met hen voor heeft.  

En dat is waar we terugkomen op het eerdergenoemde gebrek aan transparantie: omdat het niet duidelijk is hoe de ontwikkelaar tot zijn operationalisatie komt, is het moeilijk te zeggen of deze verantwoord is als je geen diepgravend onderzoek doet. En dat is voor de gemiddelde gebruiker uiteraard niet weggelegd.  

De ‘black box’ 

De onduidelijkheid in de operationalisatie van gedragveranderingstheorie naar app noemen wij de ‘black box’: het is ons als onderzoekers niet duidelijk welke redenatiestappen leiden tot de ontwerpkeuzes die worden gemaakt bij de ontwikkeling van dit type app. Willen we goed onderzoek kunnen doen naar de effectiviteit van een gedragsveranderingsinterventie, dan is het belangrijk om te begrijpen hoe deze tot stand is gekomen en welke keuzes er zijn gemaakt bij het ontwerp ervan.

Op het moment dat we meer duidelijkheid krijgen over de vraag hoe we de bestaande theorieën kunnen vertalen naar concrete designkeuzes, hebben we ook de kans om betere apps te creëren, en krijgen we handvatten om kritisch naar het ontwerp van bestaande apps te kijken. Maar ook hoeven we wanneer we een duidelijk beeld hebben wat een correcte operationalisatie is, niet telkens het wiel opnieuw uit te vinden.  

De hoop is dat we hier door het contact te leggen met ontwikkelaars en het onderwerp op een andere manier te bekijken, meer duidelijkheid kunnen scheppen over deze vraagstukken. Daar is nog veel winst te behalen. Er is veel onderzoek gedaan naar de voorkant en de achterkant van het verhaal: de theorie en de apps, maar weinig over hoe die apps nu gebruik maken van de theorieën, en wat voorbeelden zijn van goede en van mindere interpretaties. Daar willen wij verandering in brengen. 

Deze missie wordt ondersteund door redacteur Sander van Velze. 

Enterprise UX Conferentie 2024: Software als beste collega

UX-professionals binnen verschillende bedrijven kwamen afgelopen maand in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam bijeen, om het onder andere te hebben over bedrijfsapplicaties en toegankelijkheid. Deze tweede editie van de Enterprise UX Conferentie viel onder één overkoepelend thema: Software als je beste collega. In de video hieronder spreken we hierover met zowel de bezoekers als de organisatie van de conferentie.

Datavisualisaties & fitness trackers: Geeft dat wel een eerlijk beeld?

Datavisualisaties kom je in allerlei vormen en maten tegen. In het nieuws, op televisie, maar bijvoorbeeld ook als je wil sporten via fitness trackers. Je hebt tal van fitness trackers die met datavisualisaties werken, maar daar kan juist ook weer een mogelijke valkuil bij om de hoek komen kijken. 

We kijken samen met onderzoekers Winnifred Wijnker en Roelof de Vries naar het gebruik van datavisualisaties in fitness trackers en hoe deze gebruikt worden in dit soort apps. In de onderstaande podcast luister je naar hun gesprek hierover.

Als je niets wil missen, volg ons dan op LinkedIn en YouTube om overal van op de hoogte te blijven.

Hou de komende tijd ook de website in de gaten, want we zijn zeker van plan de komende tijd meer te publiceren over dit onderzoek!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Missie 13: Rethinking Behaviour Change Technology

De app-stores staan er vol mee: zelf-hulp apps, die beweren dat ze jouw slechte gewoontes kunnen verbreken, en helpen met het maken van de veranderingen die jij in je leven wil aanbrengen. Dat doen ze op allerlei manieren, waar je als leek blind in gelooft.

Logisch natuurlijk, want jij staat aan het begin van die reis, en de makers van de app hebben al helemaal uitgekiend hoe ze je daar het beste bij kunnen helpen. Toch?

In de video hieronder leggen we uit waarom daar toch wat twijfel over is:

We hintten er in de intro al een beetje naar, maar het is dus vaak onduidelijk waarop die apps nou eigenlijk zijn gebaseerd. Of beter gezegd: of de theorie waarop ze zijn gebaseerd, correct en verantwoord wordt toegepast. Missie dertien gaat over de vraag hoe daar meer duidelijkheid in kan worden geschept.

Wat gaan we doen?

Om de bovenstaande vraag te beantwoorden gaan we in gesprek met developers, experts in gedragsverandering en andere partijen die allemaal een steentje bijdragen aan het creëren van meer duidelijkheid over deze ‘black box’. We zoeken praktische, psychologische en technologische perspectieven en delen die met jullie, in de hoop dat we uiteindelijk samen tot een betere, effectievere toepassing van deze gedragsveranderingstheorieën kunnen komen.

Als je niets wil missen, volg ons dan op LinkedIn en YouTube om overal van op de hoogte te blijven.

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Sander van Velze.

 

Human Readiness Levels: De mens is minstens zo belangrijk als de techniek

Een ‘technology push’, zo noemt voorzitter van het Man-Machine Interaction Platform Ellemieke van Doorn de manier waarop technologie nog vaak ontwikkeld wordt. “We denken vaak vanuit de techniek die we aan het ontwikkelen zijn, en dan vergeet je de mens.”

Om dat laatste te voorkomen, zijn de Human Readiness Levels samengesteld. Dit is een schaal van 9 levels die zijn voortgevloeid uit de al langer bestaande Technology Readiness Levels; eveneens een 9 level-schaal. Waar die Technology Readiness Levels (TRL) vooral gaan over de volwassenheid van een bepaalde techniek, gaan de Human Readiness Levels (HRL) vooral over de mens die met deze techniek moet kunnen omgaan.

Wij spraken Ellemieke van Doorn, die zelf in de Nederlandse spoorsector met Human Readiness Levels werkt, over deze ontwikkeling. In de video hieronder vertelt ze onder andere hoe de Human Readiness Levels gebruikt kunnen worden voor een betere samenwerking binnen technologische processen.

Missie 12: Designing Datavisualisaties

Een afbeelding met informatie, de kans is groot dat je ze wel eens voorbij ziet komen. In nieuwsberichten, op sociale media, video’s of bij het opzoeken van specifieke informatie. Datavisualisaties zijn dagelijkse kost, maar de gebruikers worden niet altijd goed bediend.

In onze twaalfde missie, Designing Datavisualisaties, gaan we daar onderzoek naar doen. Daarbij staat centraal hoe je het publiek beter kunt bedienen door middel van datavisualisatie. In de video hieronder leggen we alles uit.

Wat gaan we doen?

De komende tijd verdiepen we ons verder in datavisualisaties en hoe ze op verschillende manieren ingezet worden om gebruikers te bedienen. Ook willen we kijken hoe datavisualisaties ook wel eens een verkeerd beeld geven aan de gebruiker, iets waar de Grafiekpolitie zich mee bezig houdt. Als je niets wil missen, volg ons dan op LinkedIn en YouTube om overal van op de hoogte te blijven.

Hou de komende tijd ook de website in de gaten, want we zijn zeker van plan de komende tijd meer te publiceren over dit onderzoek!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Terugblik Missie 9: Outside Looking In

The time has come to say goodbye to Mission 9: Outside Looking In. Over the last period we’ve explored the shallows of inclusive design, what it means, and why you should pay attention to its’ principles. Due to unforeseen circumstances, we unfortunately never dug to the depths that we wanted to go, but as a whole, it has still turned out to be a great and comprehensive introduction to the principles of inclusive design.

Looking back at some of the productions we’ve made there is a clear consensus: more inclusivity in the design process is desired both by users and by designers, but questions remain about its implementation. In truth, there is still much to learn about it. For the professionals, too. But what matters is that there is a continued and genuine interest in improving the design process. We see this all around us: with practicing designers, in education and in non-designer attitudes towards design. The future of inclusive design is in the mainstream, but it requires our continued vigilance and investment to get it there.

We also need to consider our goals for inclusive design. Is co-design the ultimate form of inclusive design? Or is the democratization of design tools to allow more people to design their own solutions what we really need to be pursuing?

Here are my final thoughts:

If you want to continue learning about inclusive design, I have put together a short list of some organizations and resources you can look to for further information:

With that, we are signing off. HEMD Missies will return after the summer with a new topic in this one’s place, and we hope to see you there.

Eager to read more about inclusive design? Check out our previous posts about Mission 9: Outside Looking In on the topic:

De producties voor deze missie werden ondersteund door redacteur Sander van Velze.

‘Design your Life’: De gebruiker als design lead

Vaak hebben we het over co-design als de ultieme vorm van inclusive design. Door de gebruikers te betrekken weet je immers het beste welke wensen zij hebben. Maar wat als je nog een stap verder gaat, en hen in staat stelt om hun eigen designprojecten te beginnen? Dat is het doel van ‘Design your Life’, een project van de HAN en de UT. Wij spraken (voormalig collega!) Thijs Waardenburg over het hoe, wat en waarom.

Kijk hier de video:

Links in de video:
1: Publicatie HU-onderzoek Powertools
2: Design your Life op de site van UTwente
3: Case Study Design your Life door Mural
Bonus: Fotografiesite Martin Klein Schaarsberg

Eager to read more about inclusive design? Check out our previous posts about Mission 9: Outside Looking In on the topic:

De producties voor deze missie werden ondersteund door redacteur Sander van Velze.

Terugblik Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand

Sinds het voorjaar 2023 is mission chair Aletta Smits bezig met het onderzoeken naar hoe designers op een beter manier controle over recommender systemen terug kunnen geven aan de gebruiker. Na dik een jaar bezig te zijn geweest met dat onderzoek en deze missie komt deze nu tot zijn einde!


Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwste video’s, podcasts en artikelen? Volg ons dan op LinkedIn en YouTube!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Ivo Domburg over design en aanbestedingstrajecten: “Dat heeft niks meer met ontwerp te maken”

Door Remi Terhorst

Voor ons onderzoek naar de gebruiksvriendelijkheid van bedrijfssoftware spreken wij met verschillende professionals op het gebied van design. Vandaag praten we met Ivo Domburg, UX designer en strateeg bij het bedrijf Luminis. Hieronder lees je het interview met Ivo, waarin we het onder andere hebben over de waaromvraag, aanbestedingstrajecten en goed design.

Jij werkt sinds 2006 bij  Luminis. Wat doet dat bedrijf en hoe ziet jouw functie er daar uit?

Luminis is een Nederlands software en technologie-bedrijf met zo’n 150 mensen in dienst die voor allerlei opdrachtgevers in het land IT-dienstverlening bieden. Wij zijn vanuit de kern een software-bouwbedrijf, dus we helpen om nieuwe software te realiseren en bestaande software door te ontwikkelen.

Ik ben begonnen bij Luminis als interaction designer, maar in mijn huidige functie houd ik mij meer bezig met ontwerp-strategieën dan met design. Vanuit mijn rol als ontwerper ben ik gewend om de ‘waarom’-vraag tot vervelends toe te blijven stellen. Dus als een klant bij ons komt voor een nieuwe app, dan wil ik weten wat die klant met die app wil bereiken. Als dat bijvoorbeeld is om meer klanten in een bepaald segment te verkrijgen, dan wil ik weten hoeveel dan precies en waarom deze doelgroep met een app beter bereikt zou worden. Ik wil tot de bodem komen, en door die waaromvraag te blijven stellen wordt het duidelijker waar een bedrijf op de lange termijn naartoe wil groeien en hoe ze dat willen doen. Het is van groot belang voor een ontwerper om te weten waarop hij zich moet richten.

In de podcast Luminis Tech Talks hoorde ik je zeggen dat je regelmatig merkt dat bedrijven nog niet goed na hebben gedacht over wat ze precies willen bereiken. Hoe ga je daar als ontwerper mee om?

Als je echt goed werk wil leveren voor een klant, dan moet je die klant heel goed begrijpen. Maar die klant moet zichzelf ook goed begrijpen. En natuurlijk willen ze succes hebben, maar wat is succes voor die klant? Om over die definitie op één lijn te zitten als ontwerper en klant is zo belangrijk. Dit geldt natuurlijk ook wanneer een opdrachtgever software voor medewerkers nodig heeft.

Ik kan me voorstellen dat het best frustrerend is voor jullie als een opdrachtgever niet goed kan verantwoorden waarom ze iets willen.

Frustrerend is het goede woord en het komt ook voor dat je er helaas niet uitkomt met een klant. Zo hebben wij een klant waar we al jaren voor werken en waar we een app voor ontwikkeld hebben. Die app is maar een heel klein onderdeel voor het desbetreffende bedrijf, en wij zagen bij Luminis meer mogelijkheden om die klant goed van dienst te zijn, dus wilden wij op een andere manier in gesprek met ze.

Wij werden inmiddels door dat bedrijf gezien als de partij die een app heeft ontwikkelt voor ze. Dat is niet zo gek, want dat was wat we al een aantal jaar deden. Maar als wij naar de ontwikkeling van de app keken, dan zagen we dat het bedrijf een hele lange backlog had met allerlei dingen die er de komende jaren aan die app gedaan moeten worden. Dus vroegen wij aan de klant waarom die dingen op de backlog stonden. De mensen waarmee we in contact stonden bij dat bedrijf konden ons daar geen duidelijk antwoord op geven.

Wel vertelden ze ons welke features voor welke stakeholders belangrijk waren, maar waarom die stakeholders dat wilden werd niet duidelijk. Daarom zijn wij toen zelf met de stakeholders in gesprek gegaan, maar die zagen ons aanvankelijk echt als de ‘bouwpartij’ en snapten niet waarom we ons hiermee bemoeiden. Inmiddels wel trouwens, waardoor we veel beter in staat zijn samen met deze klant de beste manier te ontdekken om hun doelen te bereiken.

Hoe komen bedrijven met hun vragen bij jou terecht. Is dat via een aanbestedingstraject?

Bij Luminis zijn er slechts sporadisch opdrachten die we via aanbestedingen binnenhalen. Het nadeel van een aanbestedingstraject is voor mij dat de klant vooraf al heel goed moet nadenken wat ze nodig hebben en hoe ze dat omschrijven. En dat is nou net waar ik me als ontwerper het liefst mee bemoei. Toen ik voor het eerst zo’n traject meemaakte, dacht ik ook: “Wacht even, jullie zitten ergens halverwege een proces en ik stap nu in, maar ik heb nog heel veel vragen die ik eerst wil stellen als ik jullie goed wil helpen.”

Een aanbestedingstraject klinkt ook allemaal heel mooi en transparant, maar uiteindelijk zijn het ook leveranciers die snoeihard met elkaar aan het concurreren zijn en heel strategisch bezig zijn met het stellen van vragen om te proberen andere leveranciers uit te sluiten. Dat heeft niks meer met ontwerp te maken en al helemaal niet met de eindgebruikers.

Gelukkig hebben we bij Luminis vaker dat we direct met een klant aan tafel zitten en dan dus meer waarde kunnen leveren voor de klant en uiteindelijk aan de eindgebruiker. Ik geloof dat het het beste is om vanaf dag 0 een ontwerper aan tafel te hebben, want wij weten hoe een creatief proces werkt en kunnen dat ook goed faciliteren. Een opdrachtgever van ons is niet elke dag bezig met productontwikkeling of dienstontwikkeling. Dat is wel ons pakkie aan.

Productontwikkeling is geen dagelijkse kost voor onze klanten, en design al helemaal niet. En door het format van aanbestedingstrajecten worden klanten gedwongen om stappen te zetten die ze normaal niet zetten, zoals heel goed nadenken wat ze willen en dat gestructureerd op te schrijven. Dat is eigenlijk ontwerpwerk, en daar moeten we als ontwerpers dan bij kunnen helpen. En daar gaat veel mis.

 

"Design gaat verder dan hetgeen dat je kan zien"

 

Wat zijn dan, los van die aanbestedingstrajecten, redenen dat designers in zo’n proces later worden betrokken dan ze eigenlijk zouden willen?

Ik denk dat het nog lang niet voor iedereen duidelijk is dat design verder gaat dan hetgeen dat je kan zien. Design gaat ook over gedrag van systemen en van mensen. Dus dat is wel één van de redenen dat designers te laat aan tafel komen. En dan is het vaak een geval van ‘lipstick on a pig’, waarin je vervolgens probeert de schade beperkt te houden van de keuzes die voor jouw betrokkenheid zijn gemaakt.

En designers kosten natuurlijk ook geld, dus dat kan ook meespelen. Als de budgetten krapper worden, dan vallen designers eerder af dan de engineers. En dat snap ik ook wel, want zonder de engineers heb je helemaal geen software.

Ik ben wel blij om te zien dat het steeds normaler wordt om designers wel in het primaire proces op te nemen. En zoals je onder andere bij de NS en de belastingdienst ziet, hebben bedrijven nu vaker door dat softwareontwikkeling niet lineair is, maar een continu proces waar een ontwerper samen met allerlei andere disciplines een bijdrage aan levert.

Dat UX binnen bedrijven steeds serieuzer wordt genomen, blijkt ook uit de Enterprise UX Conferentie die eind vorig jaar werd georganiseerd in het hoofdgebouw van de NS. Jij was daar aanwezig. Wat heeft die conferentie voor jou opgeleverd?

Ik was sowieso al erg blij met de term Enterprise UX, want ik kende die term in eerste instantie zelf nog niet. En toen ik er over las, dacht ik: “Dit is nou echt precies wat wij als ontwerpers doen bij Luminis! En nu is er een woord voor.” Mijn verwachting toen ik naar die conferentie ging was dat Enterprise UX zou gaan over het ontwerpen van digitale systemen waar mensen beroepsmatig mee werken. Maar er bleek ook nog een laagje dieper onder te zitten, namelijk het ontwerpen van de werknemerservaring; de wijze waarop verschillende digitale systemen aan de medewerkers van een bedrijf worden gepresenteerd. Dat vond ik wel een verrassend inzicht.

Op de conferentie werd ook gediscussieerd over de definitie van goed design. Wat is goed design volgens jou?

Goed design zit niet in de weg van de gebruiker. Misschien is dat een beetje een negatieve gedachte. Maar ik ben het er wel mee eens als ontwerpers zeggen: “Het beste is als gebruikers niet merken dat je product ontworpen is.” Want dan is de ervaring zo naadloos geïntegreerd in het alledaagse leven van je klanten of gebruikers. Dan heb je het als ontwerper echt goed gedaan.

Wat is de ‘Pattern Library’?

Naarmate we het einde van het onderzoek over recommenders naderen, komen we steeds dichter bij een beoogde oplossing. De ‘Pattern Library’ moet uitkomst bieden voor veel van de problemen waar designers herhaaldelijk tegenaan lopen, met name bij het ontwerpen van het visuele component van recommender-systemen.

Wat dat inhoudt, zie je in de video hieronder:

Benieuwd naar meer content van het Lectoraat Human Experience & Media Design? Volg ons dan op LinkedIn en YouTube!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Enterprise UX: De gebruiker betrekken bij software design

Wanneer is software gebruiksvriendelijk? En hoe wordt de wens van de gebruiker meegenomen in het ontwikkelproces van deze software? Tijdens de Enterprise UX Conferentie in het hoofdgebouw van de NS kwamen verschillende professionals op het gebied van UX design bij elkaar om te praten over bedrijfssoftware. Voor het onderzoek van Koen van Turnhout naar de gebruiksvriendelijkheid van deze software spraken wij met ervaren UX-designer Peter Boersma en Functioneel Cluster Lead bij de NS Maartje van Hardeveld, die met haar team zelf software ontwikkelt voor haar collega’s bij de NS.

UX-problemen in recommenders: Hoe lossen designers het op?

In 2023 is mission chair Aletta Smits begonnen met haar onderzoek naar hoe je de gebruiker de controle beter terug kunt geven over recommender systemen en op welke manier kun gebruikers controle kunt geven. In 2024 gaan we verder met deze missie, waarbij we eind vorig jaar spraken met verschillende designers over hoe ze omgaan met het ontwerpen van de gebruikersinterface van recommender systemen.

Dat recommenders mogelijke risico’s met zich meebrengen, kan bijvoorbeeld komen door de manier waarop een interface wordt weergegeven. Het betekent alleen niet dat ontwerpers en designers zich hier niet tegen proberen te weren. Daarom gingen we in gesprek met UX-ontwerpers Ceren Kurt en Rachel Deloughry. We vroegen beide over het voorbeeld van hoe een educational recommendersysteem weergegeven wordt en de designkeuzes die hierbij horen en hoe dit mogelijk beter kan, maar een simpel antwoord is er niet.

Benieuwd naar meer content van het Lectoraat Human Experience & Media Design? Volg ons dan op LinkedIn en YouTube!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Missie 11: Enterprise UX

Bedrijfsmedewerkers krijgen vaak te maken met bepaalde software, maar deze sluit niet altijd aan bij de wensen of capaciteiten van de medewerker. Lectoren van de Hogeschool Utrecht Xander Lub (Organisaties in Digitale Transities) en Koen van Turnhout (Human Experience & Media Design), zijn op World Usability Day een onderzoek gestart naar de bruikbaarheid van bedrijfssoftware. Hoe komt deze software vanaf de ontwikkelaar bij de gebruiker terecht? En welke processen binnen een bedrijf dragen er aan bij dat de software goed is?

De komende periode verdiepen we ons verder in het proces achter bedrijfssoftware. In ons volgende item hierover kijken we onder andere naar de software van NS, die veel van hun software zelf ontwikkelt. We zijn dan ook te gast op een UX Enterprise conferentie op het hoofdkantoor van de NS. Dus blijf ons vooral volgen als je meer over dit thema wil weten!

Het mogelijke risico van recommenders in gebruikersinterfaces

Eerder dit jaar is mission chair Aletta Smits begonnen met haar onderzoek naar hoe je de gebruiker de controle beter terug kunt geven over recommender systemen en op welke manier kun gebruikers controle kunt geven. Tijdens Interact in York organiseerde Aletta Smits een workshop over recommenders, waar onder andere de mogelijke risico’s ter sprake zijn gekomen van recommenders in gebruikersinterfaces.

Bij de workshop presenteerden Esther van der Stappen en Suzanne van Rossen van de Avans Hogeschool in Breda een paper waarin een aantal mogelijke risico’s rondom het gebruik van recommenders in gebruikersinterfaces ter sprake kwamen. In de onderstaande video gaan we dieper in op de workshop, de mogelijke risico’s en eventuele oplossingen. 

Benieuwd naar meer content van het Lectoraat Human Experience & Media Design? Volg ons dan op LinkedIn en YouTube!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

World Interaction Design Day: Niet alleen interactie tussen mens en computer

World Interaction Design Day: Niet alleen interactie tussen mens en computer

Op World Interaction Design Day was de Hogeschool Utrecht een verzamelplek voor de IxDA (Interaction Design Association). In samenwerking met ons lectoraat brachten zij interaction designers van over de hele wereld samen om werkervaringen met elkaar te delen. Dit ging onder andere over inclusief, ethisch verantwoord, toegankelijk en anti-kapitalistisch design. En onze redactie kon daar natuurlijk niet ontbreken.

Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand

In de tijd dat je opstaat en op je werk aankomt, heb je al met een scala aan recommender systemen te maken gehad. Een muziekdienst om een kickstart aan je dag te geven, een gepersonaliseerde nieuwsfeed die je op de hoogte houdt van wat je interesseert en zelfs een app als Google Maps die je de handigste route naar kantoor voorschotelt met live-updates over het verkeer. Recommender systemen zijn overal, maar de controle die je erover hebt als gebruiker is minder in beeld. 

Daar willen we met Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand verandering in brengen. Het onderzoek gaat over hoe je de gebruiker weer een beetje die macht terug kan geven. Als je een gebruiker weer wat meer controle geeft over het algoritme, zoals zelf kunnen kiezen welke aspecten van een recommender systeem belangrijk zijn, kun je samen met de artificiële intelligentie tot betere aanbevelingen komen. 

In de video hieronder leggen we alles uit.

De vraag achter Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand

De belangrijkste vraag die wij hebben is op welke manier kun je gebruikers controle geven over het algoritme en welk effect heeft dat op hun gebruikerservaring? Stel dat je op een dating app zit. Je hebt allemaal gegevens ingevuld en er komen dan allemaal potentiële matches voor je uit, maar misschien passen die niet helemaal bij wat je verwachtte. Als je geen enkele controle over het algoritme hebt, moet je daar gewoon mee doen. 

Als je een heel klein beetje controle hebt over het algoritme, dan kun je bijvoorbeeld instellen dat je het belangrijk vindt dat ze een hoge opleiding hebben gehad of in de buurt wonen of van honden houden. Je vindt dan bepaalde dingen belangrijker dan de dingen die het algoritme nu dacht dat belangrijk waren.

Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwste video’s, podcasts en artikelen? Volg ons dan op LinkedIn en Youtube.

Hou de komende tijd ook de website in de gaten, want wij zijn zeker van plan de komende tijd meer te publiceren over dit onderzoek!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Zomerupdate missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand

Eerder dit jaar is mission chair Aletta Smits begonnen met haar onderzoek naar hoe je de gebruiker de controle beter terug kunt geven over recommender systemen en op welke manier kun gebruikers controle kunt geven. In de onderstaande podcast blikt ze terug op de bevindingen en ervaringen die ze opdeed tijdens het leiden van deze missie!

Luister je de podcast liever via Spotify? Dan hebben we hieronder voor jou de ideale manier om de podcast te luisteren.

Benieuwd naar meer content van het Lectoraat Human Experience & Media Design? Volg ons dan op LinkedIn en YouTube!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 10: Recommender systemen, de mens en AI hand in hand!

De producties voor deze missie worden ondersteund door redacteur Luuc ten Velde.

Zomerupdate Missie 9: ‘Outside looking in’

Mission chair Sarah Mbawa zoekt in missie 9: ‘Outside looking in’ uit hoe we de wensen en benodigdheden van een breder publiek kunnen meenemen in het ontwerpproces, zodat onze creaties voor een breder publiek beschikbaar en bruikbaar zijn. Daar zijn we nog niet klaar mee. Daarom gaan we volgend jaar verder! Voor nu geeft Sarah een update over wat er tot nu toe is gebeurd, en wat we na de zomervakantie kunnen verwachten.

Met dank aan Greenberry voor de uitnodiging bij de Inclusive Design masterclass, en voor alle kijkers en lezers die de missie tot nu toe volgen. Kijk de video en blijf ons volgen om te ontdekken waar de missie volgend schooljaar heen leidt!

Heb je iets van deze missie gemist? Kijk snel hieronder alle posts rondom Missie 9: Outside looking in:

English below!

In Mission 9: ‘Outside looking in’, mission chair Sarah Mbawa is searching for better ways to include a wider audience’s wishes and needs in the design process to ensure that our creations are available and appeal to a wider public. We’re not yet done figuring out how, which is why we’re continuing this mission into the next academic year! For now, Sarah gives us all an update about what happened up to this point, and what we can expect after the summer holidays.

A special thanks to Greenberry for inviting us to the Inclusive Design masterclass and to all readers and viewers who have been following the mission up to this point. Please watch the video and stay tuned to discover what we’re getting up to after the summer!

Eager to read more about inclusive design? Check out our previous posts about Mission 9: Outside Looking In on the topic:

De producties voor deze missie werden ondersteund door redacteur Sander van Velze.